Hoe een artefact te nummeren
Elk artefact ontvangt een uniek nummer dat een toegangsnummer wordt genoemd wanneer het de permanente collectie van het museum binnengaat. Het artefact moet worden gemarkeerd met zijn toegangsnummer om het aan zijn herkomst te houden.

Artefacten worden op drie manieren gemarkeerd, afhankelijk van hun materiaal.

Inkt

Artefacten met een hard oppervlak zoals meubels en porselein zijn gemarkeerd met permanente inkt. Verf eerst een streep heldere B-72 acryloïde lak op het artefact en laat het volledig drogen. Als het artefact donker van kleur is, gebruik dan lak die wit is getint. Schrijf vervolgens het toegangsnummer met een permanente inktpen, zoals de Kaiser CD [R] Pen. Sommige curatoren kiezen ervoor om een ​​tweede streep blanke lak over het nummer te schilderen, maar soms kan het ervoor zorgen dat het uitsmeert en onleesbaar wordt.

Stoffen Tags

Curatoren schrijven nummers niet rechtstreeks op textiel. In plaats daarvan plaatsen we het nummer op een stuk textieltape en naaien het in het artefact. Schrijf het nummer met hetzelfde type permanente inktpen als hierboven vermeld. Beweeg de pen snel over de textieltape om te voorkomen dat de inkt wordt samengevoegd. Probeer het label zo mogelijk in de voering van een jurk, hoed of jas te naaien zodat de steken niet zichtbaar zijn. Als het niet mogelijk is om de steken te verbergen, kiest u een draad in een bijpassende kleur.

Tassen of papieren labels

Soms is een artefact zoals een ketting of een paar oorbellen te klein om direct te nummeren. Bind een zuurvrije tag op het artefact, of plaats het in een polypropyleen zak en schrijf het nummer op de zak. Zorg ervoor dat u in uw database opmerkt dat het artefact niet met zijn nummer is gemarkeerd voor het geval het in de toekomst van zijn tag of tas wordt gescheiden.

Tips

1. Schrijf het nummer netjes en duidelijk op, zodat toekomstige museummedewerkers het kunnen lezen.

2. Plaats getallen in een gebied dat niet te zien is wanneer het artefact wordt getoond, maar niet ergens zo onduidelijk dat het niet gemakkelijk kan worden gevonden.

3. Probeer het merkteken niet te plaatsen waar het gemakkelijk kan worden weggewreven in de opslag. Plaats het nummer bijvoorbeeld op de bodem van een bord waar de zijkant iets omhoog begint te buigen in plaats van direct op de bodem waar het tegen de plank of de daarop gestapelde plaat schuurt.

4. Als een artefact uit elkaar vallende onderdelen heeft, zoals een soepterrine of theepot met een deksel, moet u beide stukken afzonderlijk nummeren. Misschien wilt u een "A" en een "B" aan het nummer toevoegen om aan te geven dat ze als een set samengaan. Gebruik altijd hoofdletters, omdat een kleine letter "b" eruit kan zien als een "6."

5. Gebruik een zacht potlood in plaats van inkt om kartonnen dozen of ander materiaal te markeren dat de lak opzuigt (zoals onbehandeld hout).