FLOR ROSA MARIA Door Dagmar Pezzuto - 2016 ©
AFKORTINGEN
ds = dubbele steek
R = ring
Ch = ketting
+ = meedoen
- = picot
- = lange foto
clr = ring sluiten
CTM = continue draadmethode
vsp = zeer kleine picot
JR = Josephine ring
OF = Uienring
S = Shuttle (4)
Naald voor tatting van de naald = 1
Threads Mercer 20 = rood - groen - geel
S1 = ROOD (Shuttle 1 etc.)
S2 = ROOD
S3 = GROEN
S4 = GROEN
Naald Tatting = GELE draad
swirl = swirl join waarbij de samenvoegende picots in de laatst gemaakte join worden verzameld
1º RONDE * Begin met CTM - Draad rood
OR1 = 7ds - (vsp) 7ds clr.
Draai de ring een beetje om te beginnen en gebruik de uienring of de bollendraad.
R 12ds + (vsp) 12ds clr
Deze volgende ketting heeft drie drijvende josephine-ringen.
Ch1 = 5ds JR (10 ds) 5ds JR (10ds) 5ds JR (10ds) 5ds Herhaal 5x
Verbind alle bloemblaadjes met behulp van de wervelingstechniek.
Verbind de groene draad aan de basis van het 1e bloemblad met de stengel en bladeren.
STEM Ch1 = 12ds
(Ring met Shuttle 3 etc.) RS3 = 6ds - 6ds clr.
Ch2 = 2ds
RS4 = 6ds - 6ds clr.
Ch3 = 12ds
RS4 = 5ds - 5ds clr
Ch4 = 7ds
RS3 = 5ds - 5ds clr.
Ch5 = 10ds Laat lange staarten staan.
BLOEMBUD R1 = 7ds - (vsp) 7ds clr.
Draai de ring een beetje om te beginnen en gebruik de uienring of de bollendraad.
OF = 12ds + (vsp R1) 12ds clr.
Verbind de groene draad aan de basis van het 1e bloemblad met de stengel en bladeren.
Ch1 = 15ds
RS3 = 6ds - 6ds clr.
Ch2 = 10ds Het aantal bladeren en de steellengte is optioneel.
GELE KLEINE BOOG
Gebruik de naaldtangwikkelmethode.
Ch1 = 20ds. clr
Ch2 = 20ds. clr
Gebruik de rococo-techniek bij het tatten. VOORBEELD:
Controleer de uienring mee:
Stel je in dit voorbeeld van een shuttle-tatted uienring samen, stel je voor dat de kerndraad die door de lus gaat die door de picot naar boven wordt gebracht, de naald is.
Gebruik shuttle één (SH1) en begin met het tatten van een normale ring met een picot bovenaan in het midden. Sluit de ring en keer het werk niet om. Begin met dezelfde shuttle een tweede ring en tat tot het middelpunt. Breng vervolgens de ringdraad omhoog door de picot op de eerste ring. Trek voorzichtig aan de ringdraad om de overtollige draad te verwijderen. Zorg ervoor dat de laatste gevormde dubbele steek de picot raakt; pas indien nodig de spanning of compressie aan. Sluit de ring af en sluit de ring zodat de nieuwe ring de eerste ring omgeeft.
De uienringverbinding maakt het mogelijk om het uiterlijk van een ring te creëren omringd door een ketting, maar met slechts één shuttle. Als een tweede shuttle wordt geïntroduceerd, kan regelmatig kettingwerk worden uitgevoerd en extra ringen van de ketting worden geworpen met behulp van de tweede shuttle. Extra shuttles kunnen ook meer kleur aan het stuk brengen en de extra draden kunnen worden ingekapseld in de kettingen, enz.