De Antoninemuur
De Antonine Wall, een werelderfgoed, werd in de tweede eeuw gebouwd onder leiding van de Romeinse keizer Antonius Pius. De grasmuur strekte zich uit over Schotland, van de rivier de Clyde naar de rivier de Forth, en creëerde een zevenendertig mijl lange noordgrens voor de Romeinen in Groot-Brittannië.

Tegenwoordig zijn er nog maar weinig overblijfselen van de originele Antonine Wall - zo'n twintig jaar nadat de Wall was voltooid, besloten de Romeinen Schotland te verlaten om hun troepen op andere delen van het rijk te concentreren. Het feit dat de Romeinen zich terugtrokken, betekende dat hun invloed op Schotland minder duurzaam was dan op Engeland, waar substantieel bewijs van Romeinse bezetting bestaat uit Romeinse baden, forten, wegen, villa's en de muur van Hadrianus. Er zijn aanwijzingen dat de Romeinen onder Agricola Noord-Schotland bereikten waar ze de Caledoniërs versloegen, van wie de meesten ontsnapten om zich te verbergen in de bergen van het land dat ze zo goed kenden. Het resultaat - Romeinse terugtrekking naar het zuiden en, een generatie na de campagne van Agricola, de bouw van een muur die hun aanwezigheid in het land aankondigde. Romeinse archieven uit die tijd bieden de vroegst geregistreerde geschiedenis van Schotland, een land dat tot op de dag van vandaag rijk is aan orale traditie.

Aan de noordkant van de Antoninemuur groeven de Romeinen een verdedigingsgracht; ze gebruikten aarde uit de sloot om een ​​kleinere wal aan de andere kant te maken, waardoor een aanzienlijk grondwerk ontstond dat niet gemakkelijk te passeren was. Forten die zowel bewakingspunten als woonruimten voor de soldaten waren, werden geïntegreerd langs de lengte van de muur, verbonden door een weg genaamd de militaire weg. Zo kregen de Romeinen de controle over een groot deel van het verkeer tussen Schotland en Engeland.

Overblijfselen van de muur die hebben overleefd omvatten een stuk stenen dat de basis vormde van de Antonine Wall op New Kilpatrick (ook bekend als Hillfoot) Cemetery en delen van de wallen en sloot langs de route. Het opgraven van verschillende locaties langs de muur begon in het begin van de twintigste eeuw, waarbij forten werden ontdekt, waaronder die van Croy, Castlecary en Rough Castle. Soms werd dit werk gedreven door de noodzaak om locaties op te graven voordat nieuwe gebouwen de overblijfselen bedekten, zoals het geval was bij Mumrills.

De fundamenten van Romeinse badhuizen werden blootgelegd in Bearsden en Bar Hill (de laatste is een goed gebied om te zien wat er van de muur over is). Overblijfselen waaronder stenen waarop Romeinen informatie hebben vastgelegd over het bouwen van de muur (afstandsplaten) zijn te zien in het Hunterian Museum in Glasgow.

Als je meer wilt weten over de Antonine Wall, vind je misschien het boek over het onderwerp van David J Breeze of interest. Hij is een autoriteit op dit gebied en speelde een belangrijke rol bij het bereiken van de Werelderfgoedstatus voor de Antoninemuur.